Ode aan de Bomen
Wearable Art & Designer Lichel van den Ende brengt het groene aspect van stedelijke verduurzaming in ’s-Gravenhage weer helemaal in de belangstelling.
Met versierde bladeren, door diverse sympathisanten vervaardigd, wil straatkunstenaar Lichel van den Ende deze als onderdeel van ecologische processen op diverse unieke kostuums inzetten tijdens de opening van het Lustrum “Ode aan de Bomen” op het Nachtegaalplein op zondag 2 september om 15.00 uur.
Bladeren versieren om nooit te vergeten. Met een illustratie, een gedicht of andere kunstuitingen, maar wel met een knipoog naar het groen. Immers, bladeren aan de bomen geven mensen zuurstof en het gedeelte fijnstof wordt via de bladeren weer opgenomen. Een volledig natuurlijk proces, maar dan moeten we wel over voldoende bomen beschikken.
De Europese Commissie heeft ‘Routekaart klimaat 2050’ geïntroduceerd, dat wordt ondersteund door alle EU landen gezamenlijk. Dit alles om gefaseerd te komen tot een reductie van 80% van de broeikasemissie ten opzichte van 1990. Sinds de politiek de koolstofarme economie heeft ontdekt komt ook de handel in CO2 emissies, dat geld kan opleveren, van de grond.
Maar de politiek gaat aan een heel groot aspect voorbij en dat is de evolutie van de aarde waarbij opwarming een natuurlijk proces is.
Een prachtig voorbeeld over stedelijke verduurzaamheid is het werk van collega kunstenaar Joseph Beuys (1921-1986), die met conceptuele kunst iets unieks neerzette. Dit werk heeft nu absoluut wereldwijd een voorbeeldfunctie. Tijdens Documenta 7 (1982) in het Duitse Kassel startte Beuys, die altijd onafscheidelijk gezien werd met zijn vilten hoed en medeoprichter was van de ecologische partij Die Grünen, het project 7000 Eichen. 7000 Eiken werden in een tijdsbestek van 5 jaar in Kassel en omgeving door vrijwilligers geplant. Dit tezamen met een stenen basaltblok ter bescherming. De jonge aanplant moest beschermd worden maar tevens was dit ook een symbolisch gebaar tegenover de andersdenkenden.
Doel was de stedelijke verduurzaming op milieugebied met artistieke invloeden te bewerkstelligen. Het was in die tijd een bijzonder omstreden project wat Joseph Beuys lanceerde. Hij bleek zijn tijd ver vooruit want de eiken bepalen nu, dertig jaar later, in grote mate het stadsbeeld en de bomen zijn een vast gegeven op kaarten met alle informatie van aanplantdatum. De moeizame groene invalshoeken van toen zijn heden de optimale verduurzaming die zijn visie eeuwig zullen doen uitstralen. De stad Kassel (Hessen) staat trouwens met het Wilhelmshöhe Bergpark op de nominatie om in 2013 als Werelderfgoed (UNESCO) aangemerkt te worden.
Met deze opvallende draagbare objecten wil Lichel van den Ende in de stad Den Haag de aandacht richten op verduurzaming door middel van het plaatsen van bomen. Of de Hofstad daarin slaagt, blijft vooralsnog een vraagteken. Vooraanstaande politici die ons land bestieren blijken echter nog steeds niet het verschil tussen bomen uit Brazilië en hout voor de papierindustrie, dat zonder ecologische problemen volledig gecontroleerd wordt ingezet, te kennen.
Wellicht dat deze Ode aan de Bomen met het prachtige werk van Lichel van den Ende bijdraagt tot een politieke bewustwording van de stedelijke verduurzaming in de Residentiestad.